Nadat de politie het doelwit bleek te zijn van de terreurcel die in Verviers opgedoekt werd, gingen hier en daar stemmen op om ook agenten van de politie beter te beschermen of zelfs te bewapenen. Katja stelde hier vandaag een vraag over aan minister van Binnenlandse zaken Jan Jambon.
Agenten van de politie hebben een beperkte bevoegdheid. Ze staan in voor verkeersopdrachten, ordehandhaving en wijkwerking. Ze gaan normaliter ongewapend en in uniform de straat op. De enige wapentypes die zij eventueel mogen dragen na toestemming van de korpschef en waar zij een opleiding voor kregen zijn een pepperspray en een stroomstootwapen. Een maatregel die nu voor de hulpagenten genomen wordt, is agenten en inspecteurs samen de baan op sturen. De inspecteur is gewapend en in de combi’s bevindt zich tevens een zwaar wapen (meestal automatisch pistool). De inspecteur kan zo steeds een wapen gebruiken ter verdediging van beiden.
Op de vraag of er meer maatregelen genomen zullen worden om te reageren op de angst bij sommige politieagenten antwoordde de minister dat hij de ongerustheid bij de agenten begrijpt maar dat de overheid zich ervoor moet behoeden om nu te snel en overhaast te reageren en beslissingen te nemen waarmee bestaande wetgeving wordt uitgehold. Op federaal en lokaal niveau werden de nodige organisatorische schikkingen getroffen om, binnen de bestaande wetgeving en binnen de bestaande politieorganisatie, de veiligheid te maximaliseren. De minister gaf aan dat hij het debat rond de aangepaste bewapening van politieagenten eventueel wil aangaan en aan zijn raadgevers zal vragen om het te onderzoeken en in overleg te treden met de vakbonden ter zake om te kijken wat redelijk en wenselijk is.