De inzet van militairen naar aanleiding van het verhoogde dreigingsniveau kostte in de eerste twee weken alleen al zo'n 635.000 euro. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) bekendgemaakt in de bevoegde Kamercommissie.
Zoals bekend betaalt Defensie nog steeds de basislonen van de driehonderd militairen die een reeks gevoelige plaatsen beschermen in Brussel, Antwerpen, Luik, Verviers en Hoei. De extra kosten die voortvloeien uit de inzet - zoals een bijkomende vergoeding voor de militairen of eventuele nacht- en weekendpremies - zijn voor Binnenlandse Zaken.
Voor de eerste twee weken van de inzet - de periode 17 tot 30 januari - worden de variabele kosten geraamd op 634.885 euro, antwoordde Jambon woensdag op vragen van Open Vld-Kamerlid Katja Gabriëls. "Daarvan gaat 515.905 euro naar personeel en 118.940 euro naar werking, dus de inzet van middelen en materieel", aldus nog de minister.
De militaire aanwezigheid in het straatbeeld draaide niet meteen op volle toeren. Op zaterdag 17 januari werden honderdvijftig militairen ontplooid in Brussel en Antwerpen. Toen de donderdag daarop ook Luik, Verviers en Hoei para's zagen neerstrijken, werd het plafond van driehonderd bereikt.
De militaire ondersteuning voor de politie duurt nog minstens tot maandag 23 februari. Het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (OCAD) houdt het dreigingsniveau immers minstens tot die dag op niveau drie op een schaal van vier. Op dat moment zal de inzet al ruim vijf weken duren.
Bron: Belga News Agency
Auteur: Seppe Knapen