top of page

'Opvolging geradicaliseerden vergt fijnmazig net'


Open Vld Kamerlid Katja Gabriëls ondervroeg vanmiddag Binnenlandminister Jambon over het opvolgen van geradicaliseerden. “Dat vereist een doorgedreven samenwerking tussen inlichtingen- en politiediensten, lokale overheden, deradicaliseringsambtenaren…”

België wordt sinds begin 2013 geconfronteerd met de problematiek van de Syriëstrijders. Destijds waarschuwde toenmalig Kamerlid Bart Somers reeds: “Deze jongeren vertrekken vandaag naar daar, maar morgen komen ze terug naar hier. Geradicaliseerd en gehard in de bloedige strijd.”


Kamerlid Gabriëls wees er op dat de regering intussen niet heeft stilgezeten. “We kunnen tijdelijk de identiteitskaart intrekken om een vertrek te bemoeilijken. Deelnemen aan de strijd in het buitenland is strafbaar geworden. Strijders kunnen geschrapt worden uit het bevolkingsregister. Er is een omzendbrief over de Foreign Terrorist Fighters en een speciale databank.”


Toch blijft het in de praktijk een grote uitdaging voor de politie- en inlichtingendiensten om deze potentieel gevaarlijke individuen op te volgen. Vandaag bleek dat de woonstcontroles bij teruggekeerde strijders door de lokale politie en gemeentes te wensen over laat.


Gabriëls: “We leven in een rechtsstaat. Geradicaliseerde individuen kun je niet zomaar opsluiten zonder dat ze feiten hebben gepleegd. En er is bewijslast nodig tegen teruggekeerde strijders om ze te kunnen opsluiten. Maar dat neemt niet weg dat we àlles in het werk moeten stellen om hen zo goed mogelijk op te volgen.”


Volgens het liberale Kamerlid is dat niet alleen het werk van staatsveiligheid, het gerecht, of de federale politie. “Dit probleem vergt ook een zeer lokale aanpak, met de gemeente, lokale politie, deradicaliseringsambtenaren enzovoort. We moeten er dus op toezien dat al deze instanties goed samenwerken en de nodige informatie uitwisselen. Alleen zo maken we een fijnmazig net, waar geen vis uit kan ontsnappen en waarmee we hen kunnen begeleiden naar deradicalisering.”


Gabriëls verwees nog naar de werkzaamheden van de parlementaire onderzoekscommissie. “Mogelijk kunnen hun toekomstige aanbevelingen over dit onderwerp een bijkomend richtsnoer bieden om de opvolging te optimaliseren.”




bottom of page